Bodemdierendagen 2018: Iedereen kan helpen met rapportcijfers voor biodiversiteit onder onze voeten

De 4e editie van de Bodemdierendagen gaat bijna van start. Van 27 september tot en met 4 oktober kan iedereen in eigen tuin speuren naar pissebedden, regenwormen en miljoenpoten. En die andere kleine dieren die alles laten groeien en bloeien. Ook op het balkon, schoolplein, terras of in een park en kantoortuin kan het. Met deze waarnemingen berekenen we samen met onderzoekers het rapportcijfer voor de bodem-biodiversiteit. Echte citizen science dus. Wat gaan we vinden na deze extreem droge zomer?

De zomer van 2018 was gortdroog en superwarm: er was bijna geen bodemdier te zien in onze tuinen. Dat maakt de Bodemdierendagen dit jaar extra interessant. Wellicht duikelen regenworm en spin uit de Bodemdieren Top 3, en komt de pissebed juist weer terug. Hebben ze de zomer wel overleefd? En moeten we ons daar eigenlijk druk om maken?

“Jazeker,” zegt bodemecoloog Gerard Korthals. “Want bodembeestjes zijn wel klein, maar niet onbelangrijk.” In tegendeel! “Dankzij hun activiteiten worden de herfstbladeren straks weer nieuw voedsel voor de planten, hebben we minder kans op wateroverlast of broeikasgassen en blijft de bodem gezond.” Ze zijn voortdurend bezig zijn met de kwaliteit van hun eigen, maar dus ook van ons leven. Laten we rond Dierendag onze ‘onbekende tuindieren’ de aandacht geven die ze verdienen!

Visie minister

Het belang van een gezonde bodem en het onmisbare bodemleven wordt steeds meer onderkend. Zo heeft minister Carola Schouten net een visie voor landbouw, natuur en voedsel gepresenteerd waarin dit centraal staat. In een ‘kringlooplandbouw’ loopt namelijk alles via de bodem.

“Kennis over de soortenrijkdom is onmisbaar en de Bodemdierendagen leggen daarvoor een basis,” legt Korthals uit. De Bodemdierendagen zijn best bijzonder. “Bij een vogeltelling tel je alleen vogels en bij een vlindertelling vlinders. Maar nu tel je een heleboel verschillende soorten dieren die samen in en op de bodem leven!”

Steeds breder!

De hoofdorganisatoren van de Bodemdierendagen zijn het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centre for Soil Ecology (van Wageningen UR en NIOO). Maar daarnaast zijn er steeds meer partijen betrokken. Zo verwelkomen we dit jaar in samenwerking met IVN het Tiny Forest als nieuw type tuin waarin gescoord kan worden. Zo kan de ontwikkeling van tientallen mini-stadsbossen de komende jaren gevolgd worden.

Ook sluit Operatie Steenbreek zich aan bij de organisaties die de Bodemdierendagen een warm hart toedragen, net zoals NIBI, IVN en NL Greenlabel. En dit evenement is onderdeel van de Week van de Biologie en het Weekend van de Wetenschap. De nieuwe website (www.bodemdierendagen.nl) straalt dit uit: iedereen die wil, kan bijdragen met een waarneming, een verhaal of foto. Of met allemaal.

“We hebben een speciale zoekkaart gemaakt met de belangrijkste groepen bodemdieren die iedereen telt,” legt Korthals namens zijn mede-deskundigen Ron de Goede, Matty Berg en Wim van der Putten uit. “Op de achterkant staat per groep een aantal interessante soorten die wat moeilijker te herkennen zijn. Voor de liefhebbers. Maar als je goed kijkt, kom je een heel eind.”

Je eigen rapportcijfer

“Iedereen die een waarneming invult, krijgt aan het eind als resultaat een persoonlijk rapportcijfer voor zijn tuin of het balkon, het schoolplein of het park,” beloven de bodemdieren-experts. En is het nodig om je tuin bodemdiervriendelijker te maken? Volg dan de tips op van de kenners... Nieuw dit jaar is, dat je een eigen inlog kunt maken. Dat is niet noodzakelijk om een waarneming in te leveren, maar zo kun je wel de ontwikkelingen in je tuin gaan volgen.

Ook is er een prijsvraag over het favoriete bodemdier. Met bijzondere prijzen, zoals een zitzak met jouw favoriet erop. En bodemdieren zoeken doe je vaak samen: nog gezellig ook. Groepen zoals schoolklassen kunnen een informatiepakketje aanvragen.

Kortom: iedereen kan meehelpen! En omdat dit het vierde jaar is en er al ruim 18.000 bodemdieren gescoord zijn om mee te vergelijken, wordt het steeds waardevoller. “Met alle waarnemingen kunnen we straks vaststellen hoe dat onmisbare bodemleven het doet in de Nederlandse dorpen en steden.”