Houtresten in landbouw bruikbaar als voeding voor goede schimmels

Zaagsel kan in de bodem goede schimmels stimuleren om te groeien, en zo gewassen op een natuurlijke manier helpen beschermen. Dat ontdekte bodemecologe Anna Clocchiatti van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Het Centrum voor Bodemecologie (CSE), van NIOO en WUR samen, speelde een belangrijke rol bij de coördinatie.

Houtresten zoals zaagsel kunnen goede diensten bewijzen in de landbouw als voeding voor de bodem. Om precies te zijn: voor de voeding van een groep good guys onder de bodemschimmels. Het gaat om een belangrijke groep schimmels die aanwezig is in de bodem van akkers: de saprotrofe schimmels. Zij eten dode organische materialen zoals plantenresten. In de natuur zijn ze ruim vertegenwoordigd, ook vaak zichtbaar als (kleine) paddenstoelen.

Clocchiatti liet deze schimmels met zaagsel groeien en zag dat ze ziekteverwekkers op de wortels van gewassen onderdrukten. "Cellulose is de drijvende kracht achter het stimuleren van saprotrofe schimmels,” stelt Clocchiatti. Ze testte verschillende cellulose-rijke materialen zoals zaagsel en papierpulp. Die blijken het beste te werken voor een snelle en blijvende ‘schimmelboost’. Het geeft een snelle (< 2 weken) en blijvende (>8 weken) stimulatie van saprotrofe schimmels. Vooral zaagsel.

Liever loofhout dan naaldhout

De cellulose moet wel goed toegankelijk zijn: kleine houtdeeltjes van zaagsel of houtmeel voldoen veel beter dan houtsnippers. Ook de houtsoort is van belang. Loofhout werkt over het algemeen goed, naaldhout maar heel beperkt. Clocchiatti en De Boer werkten vooral met beukenzaagsel.

De resultaten van het onderzoek zijn een belangrijke vondst voor verduurzaming van de intensieve landbouw én voor de discussie rond biomassacentrales. Clocchiatti: "Schimmels kunnen de landbouw verduurzamen, en houtresten zijn te goed om te verbranden."

Kijk voor het volledige persbericht, meer beeldmateriaal en contactgegevens van de onderzoekers op de website van NIOO-KNAW.