Minder stikstofknolletjes door bodemerfenis van wikke

Als klaver groeit op een plek waar bodemorganismen van wikke in de grond zit, dan maakt het plantje op die plek minder stikstofknolletjes aan. Dat blijkt uit onderzoek van Sigri Saar en haar collega's. Met hun ontdekking snappen de onderzoekers weer iets beter hoe planten met elkaar samenleven.

Witte klaver, een belangrijk voedingsgewas in weilanden voor koeien, haalt stikstof uit de lucht. Het plantje laat daarvoor kleine bolletjes rond de wortels groeien. In die bolletjes zitten bacteriën die in staat zijn om stikstof uit de lucht om te zetten naar een vorm die klaver op kan nemen. Het plantje maakt dus eigenlijk z'n eigen meststoffen aan. Vrijwel alleen vlinderbloemingen, zoals klaver en wikke, kunnen dat. In tegenstelling tot vrijwel alle andere planten.

Witte klaver

Maar de vorming van die bolletjes is van allerlei zaken afhankelijk. Zo maakt klaver minder stikstofbolletjes aan als er al heel veel stikstof in de bodem zit. Ook kan de aanwezigheid van andere plantensoorten in de buurt de vorming van stikstofknolletjes mogelijk beïnvloeden. Onderzoekers van de leerstoelgroep Soil Biology & Biological Soil Quality, een groep die is aangesloten bij het Centrum voor Bodemecologie, wilde wel eens weten welke factoren de vorming van die stikstofbolletjes precies beïnvloeden. Ze keken daarbij wat de erfenis van oude planten betekent voor en nieuwe generatie planten.

Het onderzoek
Ze lieten daarvoor witte klaver groeien in potten die in twee delen waren ingedeeld. In de ene helft zat gewone grond. De andere helft was gevuld met ofwel grond van bodemorganismen van verschillende andere plantensoorten, ofwel dode plantenwortels van die plantensoorten. Wat bleek: klaverwortels die groeien op grond gemengd met de bodemorganismen van vogelwikke, maken op die plek minder wortelknolletjes aan. In het deel waar die bodemorganismen van wikke niet zitten, is het aantal wortelknolletjes wel normaal.

"Misschien heeft wikke andere bacteriën en verloopt de samenwerking met klaver anders", vertelt Janna Barel, promovendus bij de leerstoelgroep Bodemkwaliteit. Maar een andere oorzaak is ook mogelijk. "We hebben dat niet in detail gemeten", vertelt Barel.

De onderzoekers ontdekten verder dat de aanwezigheid van dode wortels van wikke niet zorgt voor minder stikstofknolletjes. Het toevoegen van wortels is dus meer dan alleen het toevoegen van bepaalde bodemorganismen. Wel zagen de onderzoekers dat de aanwezigheid van de wikkewortels voor dunnere klaverwortels zorgde. "Waarschijnlijk is dat een effect van de voedingsstoffen die bij het verteren van de wortels vrijkomen."

Aan de wortels van klaver zijn duidelijk knolletjes te zien.

Groenbemesters
Het onderzoek van Saar, Barel en hun collega's helpt uiteindelijk om beter te begrijpen hoe verschillende plantensoorten met elkaar samen groeien. In dit onderzoek is specifiek gekeken wat de aanwezigheid van een vorige generatie planten betekent.

Die kennis kan uiteindelijk weer helpen om bijvoorbeeld beter te snappen welke groenbemesters het beste werken. En wanneer die groenbemesters het beste kunnen worden ondergeploegd.

Dit onderzoek is volgens Barel een opstapje naar onderzoek dat zulke grote vragen gaat beantwoorden. De uitwerking van dat grotere onderzoek is al in de maak. "We verwachten dat binnenkort te publiceren", vertelt Barel. Eind deze maand hoopt ze op dergelijk werk te promoveren.