Pissebed

Bodemcolumn van juni door Matty P. Berg

Pissebedden. Iedereen kent ze maar ze genieten, geheel onterecht, geen groot aanzien. De naam is ontleend aan een fabel die zegt dat bedplassen ophoudt na het eten van pissebedden. Wereldwijd komen er ongeveer 11.437 soorten voor, waarvan 39 in Nederland. Hun lichaamslengte varieert van enkele mm in diep in de grond levende soorten tot 4,5 cm in de havenpissebed. Ze leven in matig vochtige tot natte milieu’s, waar ze dichtheden kunnen bereiken tot enkele honderden per vierkante meter. In losse zandbodems drogen ze snel uit en zijn ze meestal niet of in heel lage aantallen te vinden.
 
Afvalmannen en -vrouwen
Pissebedden leven van dood organisch materiaal, zoals afgevallen bladeren, zachte boombast, dode wortels, paddestoelen, op de akker achtergebleven aardappelen, maar ook kadavers. Ze schuwen zelfs niet het opeten van een soortgenoot. Ze vervullen als afvalopruimers een belangrijke rol in de bodem. Zonder afvalopruimers hebben planten in het voorjaar minder voeding tot hun beschikking en groeien ze minder snel, en zouden wij zelf al het blad in de tuin moeten opruimen.
 
De kangaroe van de bodem
Pissebedden komen oorspronkelijk uit zee. De vrouwtjes leggen geen eieren maar dragen de jongen in een broedbuidel tussen de poten een aantal maanden met zich mee. Als de jonge pissebedjes groot genoeg zijn scheurt de buidel open en vallen de jongen op de grond. Ze zijn dan zelfstandig. Wel moeten ze keutels van oude pissebedden eten om hun darm te voorzien van de juiste bacteriën. Ze eten weliswaar dood blad maar kunnen dit zonder hulp van darmbacteriën niet zelf afbreken. Van sommige soorten zijn alleen vrouwtjes bekend, die onbevruchte dochters voortbrengen.
 
 

Voor meer informatie over pissebedden in Nederland zie de website www.pissebeddenproject.nl

Foto oprolpissebed: Theodoor Heijerman.

 
Trefwoorden: year of soil columns